Op stap met Melissa - Reisverslag uit Oudtshoorn, Zuid-Afrika van brupakaan - WaarBenJij.nu Op stap met Melissa - Reisverslag uit Oudtshoorn, Zuid-Afrika van brupakaan - WaarBenJij.nu

Op stap met Melissa

Blijf op de hoogte en volg

11 Februari 2019 | Zuid-Afrika, Oudtshoorn

11 februari

Janne, het dochtertje van Kim, onze reisagente is met haar 4 jaar wel degelijk een referentie wat betreft de kwaliteit van een ontbijt. De Denne Guesthouse was haar favoriete ontbijtplek. Gelijk heeft ze. Zo rijkelijk hebben we het nog niet gehad.

Om half negen staan we aan de receptie klaar voor onze tour door de regio. Even later, een kwartiertje te laat, maar wellicht was het weer zo’n ochtend waarop ze vroeg opstond omdat de kinderen, twee zoontjes van 12 en 6 - ik had haar jonger ingeschat - naar school moeten, om daarna rustig de tijd te nemen om dan plotseling te beseffen: “Shit, I’ll be late at work.” stelt Melissa zich voor. Ze neemt ons mee naar de struisvogel achteraan het domein, waar ze tekst en uitleg geeft over de dieren. Naast Engels spreekt ze ook vlot Afrikaans, wat wij best kunnen volgen, behalve als ze het met Hendrik - Hekkie - spreekt. Naast het mannetje is er ook zijn vrouwtje. Dit is een koppel voor het leven. “In de natuur neemt een mannetje wel zeven vrouwtjes. Zoals Afrikaanse mannen, fuck boys.” Normaal zijn de staart- en de vleugelveren wit, spierwit. Maar omdat struisvogels niet zo dom zijn als beweerd wordt, wrijft het mannetje die veren door het bruine zand om minder op te vallen. “Het is paartijd,” vertelt Melissa, “de poten van het mannetje kleuren dan rood. Dat is zijn manier om te zeggen ‘I love you’. Het vrouwtje, zo zijn vrouwen, toont haar liefde met veel gedraai en vleugelgezwaai. Als ze beide bereid zijn tot paren, doen ze het veertien dagen aan een stuk. Zij legt dan om de twee dagen een ei, waarna het broeden begint. Althans in de natuur. Wij nemen het ei telkens weg, zodat ze productief blijft. Een heel broedseizoen lang, negen maanden. De eieren gaan naar de broedmachine die we straks zullen bezoeken.” Verder vertelt ze nog heel wat meer wetenswaardigheden, maar die kon je gisteren al lezen. Een ‘schrijver’ kan niet zonder research.

Onze eerste stop is High Gate, een show ostrich farm, waar de struisvogelproducten, onbevruchte eieren, veren en struisvogelleer verwerkt worden. We krijgen een demonstratie ‘Hoe maak ik een plumeau in een mum van tijd?’ Het procédé is eenvoudig, het resultaat efficiënt. “Zeker als je de veren voor je begint stof af te nemen even opdraait. Op die manier creëer je statische elektriciteit, wat de stofopname sterk bevordert. En als je klaar bent, ga je buiten en je schudt het stof eraf. Praktisch. Aangezien het mijn favoriet instrument is om af te stoffen, kopen we een grote en een kleine. Van de veren worden ook nog steeds boa’s gemaakt, met gekleurde veren. “Als Amerikaanse toeristen “Oh my god, you get them in all those colours!” uitroepen ga ik helemaal mee,” vertelt Melissa en bevestig ik hun overtuiging met veel enthousiasme. Ze loopt niet hoog op met Amerikaanse toeristen. Later op de dag, tijdens de picknick, vertelt ze, als we vragen om foto van ons vier te nemen en Kathleen onbewust of uit gewoonte aanwijst op welk knopje ze moet drukken dat Amerikaanse toeristen dat heel uitdrukkelijk doen en meestal ook nog zeggen hoe ze de camera of smartphone moet vasthouden. “Dan zeg ik: “Oh, over here, this button? En voor ik de foto maak, ga ik nog eens terug naar hen en vraag: Which button was it again? Amerikaanse toeristen zijn er ook van overtuigd dat wij thuis, na het werk, in bloot bovenlijf rondlopen in een strorokje. Ik speel daar op in: “Inderdaad. Ik zoek dan achteraan in de tuin wat knollen en groenten en wacht tot mijn man thuiskomt van de jacht.” Melissa heeft duidelijk haar manier om met domheid en racisme om te gaan. Ze had ons bij het vertrek gewaarschuwd: “Ik zeg het zoals ik het denk. It just comes out of my mouth. En ik overdrijf graag.”

Tijdens het bezoek aan de broedmachine zien we letterlijk hoe een struisvogeljong zich uit het ei bevrijdt. “Het duurt al bij al zo’n 24 uur vooraleer het jong uit het ei is. Een struisvogel heeft in tegenstelling tot andere vogels geen eitand en moet zich met de bek en poten letterlijk uitbreken. Daarom zit het kuiken op een welbepaalde manier in het ei.” De eieren die weggenomen worden, komen na een week allemaal samen in de incubator. Na drie dagen wordt gecontroleerd of het ei bevrucht is. “Heel eenvoudig met een zaklamp.” De eieren worden drie keer per dag gedraaid. In de natuur doen struisvogels dat twee keer. Na 14 dagen, als het embryo volgroeid is, verhuizen de eieren naar een andere broedmachine die door de schuiven meer bescherming bieden aan de kuikens. “In de andere machine is er meer ruimte en vallen de kuikens gemakkelijk naar beneden.” De uitgekomen kuikens worden in een cirkelvormige bak verzameld. “Voor de warmte. Het is de ‘nursery’. Ze blijven daar daar drie dagen zonder eten. Vergelijk het met het natuurlijke verblijf onder de vleugels. Eveneens drie dagen zonder eten. Voor die eerste dagen hebben ze achteraan het hoofd een gelatinevoorraad.”

Op naar de Rust en Vrede waterval, een lange weg, maar het loont de moeite. Jammer dat het begint te regenen. “Aan deze kant regent het en aan onze kant krijgen we niets,” stelt Hekkie teleurgesteld vast. Aan de kant van Oudtshoorn is het inderdaad veel droger. Hier is alles groener.
Zoals beloofd laat Melissa ons proeven van de aloë verde. “Het sap is heerlijk zoet,” vertelt ze. Merkwaardig vinden we omdat de gids tijdens de River Safari net vertelde dat vrouwen het sap aan hun tepels smeren om kinderen van de borst te halen. “Wat een verhaaltje,” lacht Hekkie. “Wat heeft die gids in Addo ons nog allemaal wijs gemaakt?” Als Hekkie even verder het afgesneden stuk van een aloë verde in vier verdeelt, zegt Melissa: “Take a big lick and you will taste how sweet it tastes.” Ze heeft ons goed liggen. Aloë verde smaakt enorm bitter. Een van de bitterste smaken die ik al geproefd heb en die op de koop toe lang in de mond blijft hangen. “Het verhaal van de gids is waar,” lacht Melissa. Het wordt ook gebruikt om kinderen van de ‘pacifier’ af te helpen, in schoon Vlaams de tutter.

We zijn net op tijd voor een wandeling door de Cango Caves. Het woord Cango, zoals ook de vallei heet, is afgeleid van het San-woord ‘canoop’ - op hoop van zegen dat ik het correct spel; mijn kennis van de taal van de Bosjesmannen is nihil - wat land omgeven door water betekent. Het grottenstelsel, ook gebruikt door de San, is indrukwekkend groot. De zes kamers bieden elk een, soms zelfs panoramisch mooi zicht. De gids vertelt dat de eerste kamer vroeger gebruikt werd voor concerten, tot ergens in de jaren ‘90. Daarna werd het verboden om dit historisch erfgoed te beschermen. Lichaamswarmte en kooldioxide zijn slecht voor het gesteente. Hij demonstreert de kwaliteit van de akoestiek door een nummer van Miriam Makeba te zingen, een Xhosa-bruiloftslied. “Omdat de Indiërs,” zo stelt de gids, “de klanken van de Xhosataal moeilijk konden uitspreken noemden ze het de clicksong.” Miriam Makeba zelf stelde het scherper: “Omdat onze onderdrukkers - en dan bedoelde ze niet de Indiërs maar de witte Afrikanen - het zo moeilijk vinden om uit te spreken noemen ze het de clicksong.” De gids vergast ons op een mooie interpretatie van het nummer.

Het concept waarbij de kamers bij het betreden, op wat voetlicht na, duister zijn en pas na de uitleg van de gids verlicht worden, ontlokt de bezoekers een wauw-gevoel en af en toe ook een zelfde geluid. We verlaten de grot langs een door mensen gemaakte gang. “Ten tijde van de apartheid was dit de ingang voor de zwarten. Idioot toch? Zwart en wit kwamen in dezelfde kamers, ademden dezelfde lucht in. Net zoals de stranden die voorbehouden waren voor witte mensen. Uiteindelijk zwemmen we met zijn allen in hetzelfde zeewater dat door de stroming toch vermengd wordt.”

Enkele kilometer verder beginnen we aan de Swartbergpas, een 22 kilometer lange zandweg door de Swartbergen. Het weer zit echt niet mee. Wij rijden hoe langer hoe meer in de wolken. Van een uitzicht is helemaal geen sprake. Zelfs de muur die tussen 1881 en 1886 werd gebouwd door meer dan 200 gevangenen valt nauwelijks te onderscheiden. “Allemaal zwarten, natuurlijk,” verduidelijkt Melissa. “Veel van hen pleegden zelfmoord door in de afgrond te springen. Hun leven hier was nog veel slechter dan in de gevangenis. Maar ze hebben goed werk geleverd. De muur, gebouwd zonder cement, alleen met gestapelde stenen staat er nog altijd.”

Boven, op een hoogte van 1583 meter, is het tijd voor de picknick. Ze hebben werkelijk alles bij. In de armleuningen van de stoelen is zelfs een ruimte voorzien om een glas in te zetten. De kippenkebabs en -wraps smaken. Net zoals de wijn en het verse slaatje. Nog een cracker met een stukje kaas als toemaatje en de lunch is meer dan geslaagd. Jammer van het uitzicht, we moeten het stellen met een foto op Melissa’s smartphone.

Op de terugweg klaart het een beetje op zodat we toch nog een heel klein beetje een idee krijgen van het uitzicht. “Een lappendeken inderdaad.” Melissa plukt nog een suikerbossie, het nationale symbool van Zuid-Afrika. Aanvankelijk was het de gewone suikerbos, die niet alleen verkocht wordt als snijbloem, maar die al eeuwen geteeld werd voor de nectar uit haar bloem of als 'brandhout'. Die nectar sijpelde overvloedig en werd na het koken aangewend om een suikerstroop te maken. Die werd de 'bossiestroop' genoemd en diende in de 19de eeuw als geneesmiddel op de Kaap. Vandaar ook de naam 'Suikerbossie' in het Afrikaans. Later werd de grotere King Protea het nationale symbool.

Ze vertelt ook nog over de ‘wilde pille’ of de ‘wilde piemel’, een plant waarvan het aftreksel door mannen gedronken wordt als afrodisiacum. Waarheid of fantasie? Het geloof daarin zou voortvloeien uit het uitzicht en de voortplantingswijze van de plant. Onderaan de dikke stengel bevindt zich een zak met twee zaadballen die als ze rijp zijn uiteenspatten en zo het zaad verspreiden. “Hekkie is 72 en heeft een kind van twee jaar,” beweert Melissa. “Hij is verslaafd aan die wilde pille en moet dringend afkicken. Anders komt het niet goed.” Bij het uitstappen vertelt Hekkie dat hij 52 is. Over het kind van twee vragen we maar niets. We bedanken Melissa en Hekkie voor de - ondanks het mindere weer - erg leuke dag. Ondertussen is het bijna vier uur. Op haar vraag leren we Melissa nog een scheldwoord in het Nederlands. Het wordt ‘klootzak’. Ze vindt het geweldig.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Zuid-Afrika, Oudtshoorn

Zuid-Afrika

Van Johannesburg naar Kaapstad

Recente Reisverslagen:

25 Februari 2019

Kaap de Goede Hoop

22 Februari 2019

Cape Town: Robbeneiland

22 Februari 2019

Cape Town : Table Mountain

22 Februari 2019

Cape Town: Khayelitsha

16 Februari 2019

Cape Town

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 206
Totaal aantal bezoekers 20662

Voorgaande reizen:

18 Januari 2019 - 20 Februari 2019

Zuid-Afrika

14 Januari 2010 - 12 Februari 2010

Vietnam, van Hanoi naar Ho Chi Minh

02 September 2007 - 01 Oktober 2007

El viaje de los siete vuelos

Landen bezocht: