Cape Town: Robbeneiland - Reisverslag uit Kaapstad, Zuid-Afrika van brupakaan - WaarBenJij.nu Cape Town: Robbeneiland - Reisverslag uit Kaapstad, Zuid-Afrika van brupakaan - WaarBenJij.nu

Cape Town: Robbeneiland

Blijf op de hoogte en volg

22 Februari 2019 | Zuid-Afrika, Kaapstad

18 februari

We vertrekken ruim op tijd. Onze boot naar Robbeneiland vertrekt om 11 uur, maar we moeten een half uur op voorhand aan de gateway zijn. “Maandagochtend, een werkdag, heel druk waarschijnlijk.” “En we zijn toch altijd vroeg wakker.” Van verkeersdrukte is merkwaardig genoeg nauwelijks sprake. We merken zelfs de kleurrijke huizen van de wijk Bo-Kaap op, links van de M3 richting Waterfront.

De overtocht - zo’n drie kilometer lang - duurt bijna een uur. De boot, de Madiba, die later dan de onze vertrok, komt tegelijkertijd aan. “Dat zal de boot zijn die er maar een half uurtje over doet.” Onze tragere biedt wel het voordeel dat we buiten kunnen zitten en rondom vrij zicht hebben op onder andere de steeds kleiner wordende Tafelberg.

Op Robbeneiland worden we onmiddellijk naar de wachtende bussen begeleid. We nemen plaats in bus 9. De jonge gids vertelt ons waaraan we ons mogen verwachten en vraagt naar de landen van herkomst van de bezoekers. Een allegaartje aan nationaliteiten, maar geen Zuid-Afrikanen. Er is één Amerikaan aan boord. Op de vraag “How is mister Trump?” antwoordt de oudere man laconiek: “As usual.” De toon is gezet. Ook onze gids heeft gevoel voor humor. Aan het kerkhof van de melaatsen, de eerste halte van de bus, vertelt hij dat het de begraafplaats is van de vrouwelijke melaatsen. “Ze werden strikt gescheiden van de mannen. Toch werden er nog vijf gezonde baby’s geboren. How they did it? I Don’t know.” Aan het kerkje van de zusters die de melaatsen verzorgden, werden op 14 februari meerdere huwelijken ingezegend. “Getting married on Robbeneiland is a true commitment, a lifetime sentence.”

Robbeneiland, door de Nederlanders zo genoemd omwille van de grote kolonie robben, amper 3,5 kilometer lang en 2 kilometer breed en toch wereldberoemd, maar vooral berucht. Het werd meer dan 400 jaar lang, al vrij snel nadat het in 1488 ontdekt werd door Bartholomeu Dias, gebruikt om bannelingen en gevangenen naar toe te sturen.

Jan Van Riebeeck organiseerde er na zijn aankomst in 1652 een verversingspost voor de schepen van de VOC. Autshamato, ook wel Harry de Strandloper genoemd, staat bekend als de eerste gevangene. Hij werd veroordeeld voor veediefstal. Van Europese kolonisten, uiteraard. Hij was tevens een van de enige gevangenen die met succes wisten te ontsnappen van het eiland, samen met vier anderen in een gestolen boot. Jan Rykman deed het al zwemmend in 1690. Een uitzonderlijke prestatie omdat het zeewater rond het eiland bijzonder koud is als gevolg van de koude golfstroom.

In 1658 al arriveerden de eerste politieke gevangenen: leiders van de plaatselijke Khoikhoi en uit de Islamitische landen van de Oost-Indische Nederlandse kolonies. Van 1845 tot 1931 was Robbeneiland een leprakolonie. Het leprozenkerkhof wijst nog op hun aanwezigheid. Een tijdlang werden er ook psychiatrische patiënten ‘van de maatschappij geïsoleerd’.

Vanaf 1961 werd Robbeneiland de zwaarbeveiligde gevangenis van het Apartheidsregime. Een regime dat ook hier zo keihard werd doorgevoerd dat op korte termijn alle zwarte en gekleurde bewakers werden vervangen door witte. Iedereen die streed tegen het regime en voor vrijheid en democratie werd er opgesloten. In 1991 werden de laatste politieke gevangenen vrijgelaten. Tot 1996 bleef het een gevangenis voor criminelen van gemeen recht. In 1997 werd het geopend voor het publiek en in 1999 uitgeroepen tot werelderfgoed.

De meningen over een bezoek aan Robbeneiland zijn enigszins omstreden. Heel wat mensen, waaronder ook wij, vinden het jammer dat je zelf niet de kans krijgt om rond te wandelen. Vanuit de bus, die je slechts op één plaats mag verlaten - “een plek waar niks te zien is,” stelt Bruno teleurgesteld vast - een sanitaire en bevoorradingsshop. Officieel is dat omdat er nog steeds een 150-tal mensen wonen op het eiland, overwegend families van mensen die op het eiland werken als gids. In combinatie met het beheersen van de dagelijkse stroom van duizenden toeristen verloopt het bezoek aan Robbeneiland volgens een vast patroon.

In het midden van de quary, de kalkgroeve waar de politieke gevangenen dwangarbeid moesten verrichten, ligt een stapel stenen. “Aanvankelijk werden de stenen uit de groeve helemaal niet gebruikt, later wel om de wegen op het eiland aan te leggen,” vertelt onze gids. “Het gat in het midden van de wand fungeerde als schuilplek bij slecht weer, maar was ook de plaats om te eten en naar het toilet te gaan.” Tijdens een bezoek van Mandela, ter gelegenheid van de vijfde verjaardag van zijn vrijlating - we rekenen snel uit: 1995; niet al te moeilijk - plaatste hij na zijn speech een steen in het midden van de groeve, ter nagedachtenis en ter ere van alle politieke gevangenen. Al zijn medegevangenen en de politieke bannelingen die op zijn uitnodiging aanwezig waren, volgden zijn voorbeeld.

Aan het gevangenisgebouw worden we opgewacht door een ex-gevangene. De man heeft hier 5 jaar en 6 dagen doorgebracht. In 1985, op 18-jarige leeftijd, opgepakt wegens ‘sabotasie’ en in 1986 veroordeeld tot 7 jaar en samen met alle andere politieke gevangenen vrijgelaten in 1991. Voor we de gevangenis binnen gaan, wijst hij op een bord met de iconische foto van de aankomst van de vrijgelaten gevangenen in Cape Town in 1991, waaronder in het groot FREEDOM staat met ernaast de woorden van Ahmed Kathrada, gevangene 468/64, die hier opgesloten zat van 1964 tot 1982: “ We want Robben Island to reflect the triumph of freedom and human dignity over oppression and humiliation.” Ook de gids wijst op het belang van het naar de toekomst kijken in plaats van naar het verleden. Zuid-Afrika en zijn bevolking willen vooruit, op weg naar een nieuwe, betere samenleving, met gelijke rechten en kansen voor iedereen. Het lijkt ons nog een lange weg, maar op basis van onze - beperkt in tijd opgedane - indrukken een haalbare. Hopelijk hebben ze de Cape of Good Hope gerond.

De eerste cel die we betreden werd ‘bewoond’ door enkele tientallen gevangenen. ‘In zijn tijd’ was het gevangenisregime al een beetje milder, maar ten tijde van Nelson Mandela was het onmenselijk. Zwarte gevangenen beschikten slechts over een dunne mat om op te slapen. Dekens kregen slechts met mondjesmaat. Eerst één, maar nooit meer dan drie. Hun kledij was beperkt tot een korte broek en een hemdje met korte mouwen. Geen ondergoed, geen schoenen, geen sokken. Kleurlingen kregen wel schoenen, sokken en een lange broek. Ook het menu was verschillend. Zwarten, door het regime systematisch bantus genoemd, kregen bijvoorbeeld geen brood en hun rantsoenen, uitgedrukt in ‘oz per person’ waren kleiner. “Maar de solidariteit was groot. Alles werd gedeeld. Het heeft geen zin om in zo’n situatie egoïstisch te zijn,” vertelt onze gids. “Later werden de rantsoenen gelijk gesteld, maar wel ten nadele van de kleurlingen.” Bezoek was beperkt tot 3 minuten per maand, zonder lichamelijk contact. Brieven werden gecensureerd en bleven beperkt tot 1 per maand in en 1 per maand uit. Mandela mocht er slechts één per half jaar schrijven en ontvangen. Soms werden brieven ook achtergehouden. “De morele steunbrief die mij gestuurd werd op Kerstmis 1986 kreeg ik pas overhandigd bij mijn vrijlating in 1991,” geeft onze gids als voorbeeld.

Ondanks alle maatregelen om communicatie en onderlinge gesprekken in de kiem te smoren, slaagden de gevangenen er toch in om elkaar zelfs op te leiden via de University of Robben Island. Vooral in de shelter in de kalkgroeve kregen ze de kans om van gedachten te wisselen, te spreken over mekaars vakgebieden. Ahmed Kathrada schreef in zijn memoires: “The single advantage of being sent to Robben Island was the education it offered to many of the early inmates in particular.”

De binnenplaats waar de gevangenen verplicht werden om grote blokken kalksteen met een hamer tot kiezels te verkleinen, werd na 1966 ook gebruikt als volleybal- of tennisveld. En dat laatste bood weer mogelijkheden om te communiceren met mensen aan de overkant van de muur. In de tennisballen werden geheime boodschappen gestopt waarna de ballen over de muur geslagen werden. Per ongeluk. De mensen aan de andere kant wisten hoe ze die boodschappen uit de tennisbal konden halen voor ze hem terug over de muur gooiden.

In de hoek van de binnenkoer staan nog enkele planten. “Daar was de tuin, voor deze muur gebouwd werd. Bij het graven van de fundering werd het manuscript van ‘Long walk to freedom ‘ van Mandela ontdekt. Gelukkig was het grootste deel al naar het vasteland gesmokkeld.”

Enkele minuten later lopen we in een gang voorbij de vierde cel. Het was hier dat Nelson Mandela 18 jaar lang geïsoleerd opgesloten zat. Gevangene 466/64. Laat de schuine streep weg en je leest tussen de twee vieren het getal van de duivel 666. Toeval? Zijn matje, drie dekens en de emmer om zijn behoefte in te doen, zijn de stille getuigen van een ongetwijfeld vreselijk eenzame periode. De aanblik ervan maakt het des te verbazingwekkender, bewonderenswaardiger dat hij na zijn vrijlating - na 27 jaar gevangenschap - zo vergevingsgezind, zo vredevol en optimistisch was en bleef. Een uitzonderlijk man die voor velen een voorbeeld was en nog steeds is. Veel Zuid-Afrikanen stralen die vergevingsgezindheid en dat optimisme, dat geloof in de toekomst uit. “Arme bekvechtende Europeanen,” denk ik. Met de tranen in de ogen, “thank you very much” stamelend, nemen we afscheid van de gids en beginnen we aan wat de jonge gids in de bus al lachend ‘our walk to freedom’ noemde, naar de uitgang.

Na een snellere overtocht met de Mandiba slenteren we nog een tijdje door het centrum. Eerst vruchteloos op zoek naar de oudste wijnstok van de Kaap, meer dan 300 jaar oud. Volgens de boekjes te vinden op een binnenpleintje op Heritage Square. Maar zelfs de Cape Towners kunnen ons niet vertellen waar we dat pleintje kunnen vinden. Als we via Long Street terugkeren naar de auto worden we meermaals geconfronteerd met bedelende jonge en oudere mensen. Het enige dat ze vragen is wat geld om eten te kopen. Een jonge vrouw die we een briefje van 20 rand toestoppen stamelt “God bless you sir.” Ze stapt regelrecht een voedingswinkeltje binnen. Ook onze voorlaatste dag is op alle gebied ‘indruk’wekkend.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Zuid-Afrika, Kaapstad

Zuid-Afrika

Van Johannesburg naar Kaapstad

Recente Reisverslagen:

25 Februari 2019

Kaap de Goede Hoop

22 Februari 2019

Cape Town: Robbeneiland

22 Februari 2019

Cape Town : Table Mountain

22 Februari 2019

Cape Town: Khayelitsha

16 Februari 2019

Cape Town

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 194
Totaal aantal bezoekers 20512

Voorgaande reizen:

18 Januari 2019 - 20 Februari 2019

Zuid-Afrika

14 Januari 2010 - 12 Februari 2010

Vietnam, van Hanoi naar Ho Chi Minh

02 September 2007 - 01 Oktober 2007

El viaje de los siete vuelos

Landen bezocht: