Addo, Chrislin African Lodge
07 Februari 2019 | Zuid-Afrika, Addo
“I’m Atta,” stelt de gids zich voor. Hij legt op eerder schuchtere toon uit wat er op het programma staat: een kort ritje van 7 à 10 minuten naar de afvaartplaats en dat we ongeremd vragen mogen stellen. We hopen wel dat hij straks wat luider zal praten. En dat doet hij eenmaal we vertrokken zijn. Samen met de vrouwelijke medebegeleidster - zij moet ons straks komen oppikken - gaan we op pad.
Voor we inschepen in onze kano’s, vraagt Atta of we al dan niet ervaring hebben. “Niet echt.” Hij licht de stuurtechnieken toe. Rechts peddelen om naar links te varen en links om naar rechts te gaan. Let’s go! De kano’s worden van de kant geduwd. Met de kikker lukt dat niet. Zoals gezegd zien we al vrij snel dat er ook groot wild te zien is tijdens een River Safari. We spotten, na enkele aalscholvers en een koereiger, een Ghiant Heron, een reuzenreiger. Indrukwekkend groot, met een vleugelwijdte van 185 tot 230 cm en een hoogte van 120 tot 152 cm. De grootste reiger ter wereld. Ter vergelijking de blauwe reiger bij ons is zo’n 90 tot 95 cm hoog. “Wij noemen hen early birds, “vertelt Atta. Ze eten vroeg in de ochtend en rusten de rest van de dag. “Hoe noem je dan vogels die in de namiddag eten? Lazy birds?,” grappen we. We hopen een kingfisher te zien. Een ijsvogel voor Nederlandstaligen. “De kleine gaten in de oever zijn van de kingfishers. De grote gaten van de ‘water monitoring lizard’,” vult Atta aan. “Of de Komodo varaan. Hij heeft dezelfde bouw als een krokodil. Dus als je er straks een zou zien, niet schrikken.” Dat er geen krokodillen zitten, vertelde hij daarstraks al. “Ook geen hippo’s, geen gevaarlijke dieren.” De naam monitoring zou, zo lees ik later, verklaard kunnen worden door de houding die de dieren soms aannemen: af en toe staan ze op hun achterpoten alsof ze de omgeving ‘monitoren’. Maar het zou ook kunnen omwille van hun veronderstelde gewoonte om mensen te waarschuwen voor het naderen van giftige dieren. Een confrontatie blijft jammer genoeg uit. De Ghiant Heron zien we meermaals.
Bij de eerste stroomversnelling, aangekondigd door Atta met de boodschap dat we onze camera’s best in de waterdichte emmer stoppen, raken we vast op de keien. Wij kunnen ons met wat schudden en duwen loswrikken. Bruno en Kathleen prijken muurvast op de dikste keien in het midden van rivier. Atta keert zijn boot en roeit tegen de stroom in ter hulp. Even later verschijnen Bruno en Kathleen, gevolgd door Atta, zonder peddel en met een natte broek. “Hij moest uit zijn boot om ons los te krijgen. Sorry voor de natte broek, Atta.” “That’s why I’m here for, to help you.” “En hij had ons nog zo gezegd om links aan te houden.” “Inderdaad, maar als de boot niet en luisteren wil...”
Een eindje verder krijgen we een ‘red bishop’ te zien in de gedaante van een vogel. Praise the lord? Een prachtig gekleurde vogel met een knalrode kop en een zwart lijf. Zoals een bisschop. In het Afrikaans heet hij - in het vogelrijk zijn het de mannetjes die de make up dragen - rooivink. Hij behoort tot de Euplectus, wat goed geweven betekent, genoemd naar het nest dat het mannetje bouwt, weeft eigenlijk, van gras en ander plantaardig materiaal en dat meestal in het riet aan een tak hangt. Als polygamist bouwt het mannetje meerdere nesten om meerdere vrouwtjes te verleiden. Veelweverij?
De tweede stroomversnelling gaat vlot, zelfs zonder vlot in een kano. Een beetje verder stappen we uit voor een korte break. Atta biedt ons een drankje en een snack aan. Even later wandelen we naar het hoogste punt boven de rivier. We lopen langs de schedel en andere beenderen van een tamme buffel. “Als ze aan de rivier komen drinken, gebeurt het dat een buffel vastgeraakt in de modder en sterft.” Enkele fossielen krijgen we ook te zien. “Er zijn er hier veel.” Vanop de top kijken we uit over de citrusvelden. “Hoe herken je het verschil tussen een sinaasappel- en een citroenboom?” vraagt Atta. “Voor er vruchten aan de boom hangen? Zien jullie het verschil in kleur links en rechts? Op het lichtgroene veld staan citroenbomen, op het donkergroene sinaasappels. Dat komt omdat sinaasappels slechts één keer per jaar vruchten geven, in de winter en citroenbomen heel het jaar door, waardoor die minder energie overhouden en dus lichter kleuren.” Hij vertelt ook dat er mandarijnen geteeld worden. Omdat die planten gevoelig zijn aan insectenvraat worden ze, zeker voor de als A-kwaliteit gelabelde vruchten - beschermd door netten.
De struiken met bijzonder lange en scherpe dorens, zoals we ook gezien hebben in Timbavati, zijn een variëteit van de acacia, die op zijn beurt behoort tot de mimosa-familie. Vandaar de gele op mimosa lijkende bloemen. “Ze kunnen goed tegen de droogte omdat ze water vasthouden.” Diezelfde eigenschap heeft een andere plant met roze, lila-achtige bloemen. “Als je de blaadjes aan het uiteinde van een tak plukt en opeet, kun je je dorst lessen en energie opdoen,” leert Atta ons. “Ze bevatten veel water.” Over de aloë verde vertelt hij ons een interessant Afrikaans gebruik. Dat de plant gebruikt wordt om wonden te helen en goed is voor de huid, wisten we al. Nieuw is dat Afrikaanse vrouwen het sap gebruiken als speenmiddel, om te stoppen met borstvoeding. “Ze wrijven het sap over de tepels en als een baby dan drinkt, krijgt die een bijzonder vieze smaak in de mond. Als de moeder het kind de volgende keer de borst aanbiedt, zal hij of zij zich die smaak herinneren en niet willen drinken.”
Het laatste stuk van de tocht, de River Safari, zijn er geen stroomversnellingen meer, wordt de rivier breder en dieper, in sommige poelen tot 3 meter. “De enige uitdaging vanaf hier is de wind,” waarschuwt Atta ons. Inderdaad, we moeten flink peddelen. Na een dik half uur bereiken we de aanlegplaats waar de collega van Atta ons staat op te wachten met de safaritruck. Emmers uit- en boten opladen en terug naar Chrislin African Lodge. Onderweg vertellen ze ons nog dat Criscross Adventures en de lodge één bedrijf vormen, maar dat Criscross geen overnachtingsmogelijkheden biedt, alleen de excursies voor de lodge en andere resorts in de buurt.
Chrislin African Lodge is als ecolodge niet alleen bekommerd om de natuur, ze steunen ook een plaatselijk welzijnsproject. Het Langbos Creche en Zorgcentrum. Langbos is een informele, dus illegale of niet-vergunde nederzetting, een wijk, in Addo. De bewoners leven in extreme armoede in shacks, hutten van metalen platen, zonder water en elektriciteit. Veel bewoners zijn HIV-positief en alcoholisme en kindermisbruik zijn wijd verspreid. Als citrusregio kan Addo voornamelijk seizoensarbeid aandieden, waardoor 70% van de Langbos-gemeenschap van november tot maart werkloos is, wat op zijn beurt bijdraagt tot het grote aantal disfunctionele gezinnen en de daaraan verbonden miserie.
Het Langbos Creche and Care Centre werd in 1994 opgericht door mevrouw Muffy Muller, nadat ze kinderen zag zoeken en graven op een illegale vuilnisbelt, op zoek naar dingen die eetbaar of bruikbaar zijn. Na 10 jaar fondsenwerving opende ze in Langbos een bescheiden creche/speeltuin en een zorgcentrum. Het Langbos Creche and Care Centre biedt steun aan iedereen van de gemeenschap, van jong tot oud. Twee maal per week is er soepbedeling. Ondertussen werken er permanent vier mensen: twee leerkrachten, een onderhoudsman/kok en een tuinier. Ongeveer 50 kinderen bezoeken dagelijks de creche. Oudere kinderen maken in de namiddag gebruik van de faciliteiten.
Na de lunch genieten van het zwembad en de zon. Het avondmaal is opnieuw tot in de puntjes verzorgd. Terug op de kamer landt een bidsprinkhaan op de lamp in de badkamer. Ik voel me als een bisschop. Of zou mijn rode hoofd eerder een verklaring vinden in net iets te veel zon?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley